woensdag 13 augustus 2014

Doelwachters


Afgelopen vrijdag was het eindelijk weer eens zo ver en nee, ik bedoel niet het begin van de Vaderlandse Mickey Mousecompetitie, al heeft het daar wel mee te maken. Nee, ik bedoel zo’n rare flamingo in een gekleurd pakje die het bij een achterstand van zijn team nuttig achtte om bij een aanvallende corner 100 meter naar voren af te leggen, in de veronderstelling dat het enigszins nut zou hebben om als aanvallende kopper te fungeren. Robbin Ruiter, niet geheel verrassend een Volendammer, dacht in dienst van FC Utrecht een cornertje binnen te gaan knikken. Natuurlijk kwam de bal niet eens bij hem in de buurt, want degene die de corner nam is ook niet gek en schoot de bal een totaal andere kant op, en werd er in de tegenstoot in een leeg doel gescoord door tegenstander Zwolle. Notabene door een ex-speler van Utrecht, die dit grapje vorig seizoen waarschijnlijk al eens tot zijn grote ergernis meegemaakt had.

Er zijn natuurlijk uitzonderingen op de regel, zoals de Duitser Martin Pieckenhagen, die voor Heracles scoorde met zijn kop. Uitzonderingen bevestigen echter juist de regel. Uit de actie van Ruiter blijkt een aantal duidelijke zaken. Ten eerste wordt nogmaals bevestigd dat keepers knettergek zijn. Ten tweede; Utrecht heeft geen leidersfiguur. Een beetje aanvoerder ziet zo’n doelman aanstalten maken om naar voren te lopen en tikt heel subtiel zijn voetjes aan, zodat ie meteen gestrekt ligt. Even terug in de kooi. Tenslotte ligt hier ook een taak voor trainers. Robbie Alflen, een debuterende hoofdtrainer, kan dit soort gedrag voorgoed uitbannen én zijn naam vestigen door Ruiter driekwart jaar met de beloftes mee te sturen. Eerst eens proberen om wat ballen tegen te houden en dan zien we dan wel weer verder. Utrecht heeft de ideale vervanger van Ruiter immers gewoon al in de selectie; Jeroen Verhoeven moet er niet aan denken om zover naar voren te moeten lopen.

Uiteraard zijn keepers erg belangrijk. Niemand is zo gek om zich als schiettent beschikbaar te stellen en zonder keepers geen leuke wedstrijden én trainingen, dus laten we dankbaar zijn dat ze bestaan. Daarnaast mag ik een aantal keepers tot mijn vrienden rekenen dus naast knettergek, zijn het vaak wel geschikte gasten. En zonder gekken is het leven ook zo saai.