woensdag 8 oktober 2014

Nederlandse armoede en de Ajax spits

Willem II wint in de Kuip en Zwolle pakt weer een punt bij Ajax in de Arena. Kleinere clubs zijn niet bang meer om naar de Kuip, de Arena of het Philips Stadion af te reizen. Tien jaar terug kon je dit soort wedstrijden op papier afdoen en lachend een 1'tje invullen op je Toto formulier, al won je er niets mee want de quote lag rond de 1,02. Tegenwoordig zijn de Grote Drie steeds minder onverslaanbaar in eigen huis en kunnen we spreken van dat prachtige fenomeen. Nee, ik bedoel niet Mickey Mouse competitie. Nivellering.
 
Voor de nationale competitie is het mooi en maakt het Studio Sport op zondag om 19.00 uur, inclusief bord op schoot, een stuk spannender. Tenminste, voor die 3% van de mensen die de uitslagen nog niet weet door zijn telefoon en tv uit te doen en Social Media te bannen for the day. Europees gezien is het een drama, omdat de topteams uit Nederland steeds verder achter raken op de rest van Europa. We worden links, rechts en van onderen ingehaald door landen als Wit-Rusland, Cyprus en Slowakije op de coëfficiëntenlijst. Nu we het toch over inhalen hebben; wanneer hebben jullie voor het laatst een buitenspeler van Ajax een verdediger voorbij zien spelen? Dat stamt volgens mij uit het tijdperk Tahamata. Ricardo Kishna begon zijn carriere veelbelovend, maar zelfs in de wedstrijd tegen JOS Watergraafsmeer had hij moeite om zijn tegenstander voorbij te komen. Dit terwijl die jongen overdag nog 17 muurtjes had gemetseld en zijn kinderen naar school had gebracht. Kishna had zich misschien teveel ingespannen tijdens FIFA15 op de Playstation.
 
Er zit geen lef, durf en flair meer in het spel van Ajax. Zlatan, Kluivert, Van Basten. Dat zijn Ajax spitsen. Nu loopt Sigthorsson daar rond. On-Ajaxer kán bijna niet. Geen techniek, geen afwerking, geen goede kaatser. Het is allemaal net niks en veel minder kan het ook niet worden op het moment. Waarom zet Frankie niet gewoon Zivkovic erin? Als je een goal of 10 maakt voor Groningen, dan kan je er ook minstens zoveel maken in een seizoen bij Ajax. En veel minder dan Serero kan het niet, die heeft zelfs op de training nog nooit gescoord. Laat die jongen lekker staan en zich ontwikkelen tot een echte Ajax spits. Kampioen word je toch wel. PSV kan wel, maar wil niet. Feyenoord wil enorm graag, maar kan al jaren niet.

woensdag 24 september 2014

De Klassieker

Afgelopen zondag heb ik met verbazing gekeken naar De Klassieker; Feyenoord - Ajax in De Kuip. De Magische Kuip, lag het daar dan aan? Feyenoord speelde een fantastische wedstrijd en Ajax speelde zijn slechtste wedstrijd sinds de aanstelling van Frank de Boer. Voor de neutrale toeschouwer was het een aantrekkelijke wedstrijd met ballen op de lat, mooie aanvallen en nieuwe publiekslievelingen (Kazim-Richards).
 
Frank de Boer, het tactische meesterbrein van Ajax, die al 4 keer kampioen is geworden in even zoveel jaren aan het roer van de club. In Nederland wordt De Boer gezien als (één van) de beste trainer van het land, die in de belangstelling stond en staat van grote clubs uit de grotere competities. Des te groter was mijn verbazing aan het begin van de tweede helft, toen bleek dat De Boer geen enkele tactische omzetting had gedaan in de rust. Volgens de spelers had er wel een donderspeech plaatsgevonden in de kleedkamer, maar daar was weinig van te merken. Feyenoord had de Ajacieden de eerste helft volkomen overlopen, op alle vlakken, en Ajax kwam totaal niet in het eigen spel. Feyenoord speelde bijna 'op zijn Ajax', met volle druk vooruit, goede passing, goed getimede diepte loopacties, lef en flair. Nu heb ik zelf een lichte voorkeur in voor Ajax, maar ik had graag gezien dat Feyenoord deze wedstrijd gewonnen had. Frank de Boer had zijn tactiek na 20 minuten, zo niet eerder, moeten aanpassen en voor mijn part was hij vol 1 op 1 gaan spelen. Van der Hoorn op de sterke spits Kazim, Veltman doorschuiven en de zwakke Moisander wisselen, om maar eens een mogelijkheid te noemen. Nu deed De Boer ogenschijnlijk niets, tactisch gezien, en dat was vragen om problemen. Eigenlijk is het dan jammer dat dat 'beloond' wordt. Complimenten aan Feyenoord en aan Rutten voor zijn durf (Te Vrede als extra spits in plaats van Kazim wisselen).
 
Colin Kazim-Richards is volgens Ruud Gullit overigens geen spits en volgens de andere gasten aan tafel bij Studio Voetbal speelde hij niet erg goed. Kazim beviel mij juist erg goed als aanspeelpunt. Balvast, sterk, technisch voldoende en redelijk gevaarlijk. Hij kan alleen niet scoren, wat natuurlijk best handig is voor een spits. Gelukkig hebben ze een veelscorende nummer 10 in Lex Immers, die mist nooit een kans. Het is voor Feyenoord te hopen dat Kazim de route van Pelle volgt, die ook een (kleine) aanlooptijd nodig had. Dan kunnen ze, samen met PSV (en de andere titelkandidaten Zwolle en Cambuur), Frank de Boer misschien eens wat vaker dwingen om tactische keuzes te maken.

woensdag 13 augustus 2014

Doelwachters


Afgelopen vrijdag was het eindelijk weer eens zo ver en nee, ik bedoel niet het begin van de Vaderlandse Mickey Mousecompetitie, al heeft het daar wel mee te maken. Nee, ik bedoel zo’n rare flamingo in een gekleurd pakje die het bij een achterstand van zijn team nuttig achtte om bij een aanvallende corner 100 meter naar voren af te leggen, in de veronderstelling dat het enigszins nut zou hebben om als aanvallende kopper te fungeren. Robbin Ruiter, niet geheel verrassend een Volendammer, dacht in dienst van FC Utrecht een cornertje binnen te gaan knikken. Natuurlijk kwam de bal niet eens bij hem in de buurt, want degene die de corner nam is ook niet gek en schoot de bal een totaal andere kant op, en werd er in de tegenstoot in een leeg doel gescoord door tegenstander Zwolle. Notabene door een ex-speler van Utrecht, die dit grapje vorig seizoen waarschijnlijk al eens tot zijn grote ergernis meegemaakt had.

Er zijn natuurlijk uitzonderingen op de regel, zoals de Duitser Martin Pieckenhagen, die voor Heracles scoorde met zijn kop. Uitzonderingen bevestigen echter juist de regel. Uit de actie van Ruiter blijkt een aantal duidelijke zaken. Ten eerste wordt nogmaals bevestigd dat keepers knettergek zijn. Ten tweede; Utrecht heeft geen leidersfiguur. Een beetje aanvoerder ziet zo’n doelman aanstalten maken om naar voren te lopen en tikt heel subtiel zijn voetjes aan, zodat ie meteen gestrekt ligt. Even terug in de kooi. Tenslotte ligt hier ook een taak voor trainers. Robbie Alflen, een debuterende hoofdtrainer, kan dit soort gedrag voorgoed uitbannen én zijn naam vestigen door Ruiter driekwart jaar met de beloftes mee te sturen. Eerst eens proberen om wat ballen tegen te houden en dan zien we dan wel weer verder. Utrecht heeft de ideale vervanger van Ruiter immers gewoon al in de selectie; Jeroen Verhoeven moet er niet aan denken om zover naar voren te moeten lopen.

Uiteraard zijn keepers erg belangrijk. Niemand is zo gek om zich als schiettent beschikbaar te stellen en zonder keepers geen leuke wedstrijden én trainingen, dus laten we dankbaar zijn dat ze bestaan. Daarnaast mag ik een aantal keepers tot mijn vrienden rekenen dus naast knettergek, zijn het vaak wel geschikte gasten. En zonder gekken is het leven ook zo saai.

woensdag 12 maart 2014

Vooruit kijken is regeren

Het was een tijdje geleden, maar ik heb laatst voor het eerst weer eens echt genoten van een voetbalwedstrijd. 1 Maart 2014, Bayern München – Schalke 04. De Rekordmeister speelde voetbal als Barcelona in zijn goede dagen. Meevoetballende keeper, verdedigers die rust aan de bal uitstralen en een tiki taka middenveld. Uit de tijd dat ze die ene trainer nog hadden daar in Barcelona. Pep.

Het verschil tussen het Barça van nu en het Bayern München van nu (en Barcelona van toen), zijn de aanvallers. Ronaldinho, Messi, Ribery en Robben tegenover Pedro, Alexis en een Messi die minder goed speelt dan toen. Allemaal goede spelers, maar het verschil ligt hem in het feit dat de eerstgenoemde spelers allemaal een meerderheid konden creëren door iemand uit te spelen. Het Barça van nu is teveel gefocust op de passing en te weinig op individuele acties. Dé reden, samen met de verouderde en kwalitatief matige verdediging, dat Barcelona geen kampioen wordt dit seizoen. Messi en Iniesta zijn de enige spelers die een man voorbij komen. Ik hoopte dat Neymar gehaald werd om dit element weer toe te voegen aan de ploeg, maar ook hij moet zich conformeren aan het spel van Barcelona. Ik geniet nog steeds van het middenveld, de passing en het positiespel (vooral zonder bal), maar er zit te weinig verrassing in om de tegenstander elke week kapot te kunnen spelen. Voeg daarbij de enorme kwetsbaarheid achterin en bij standaard situaties en de derde plaats is verklaard.

Pep heeft Bayern München nóg beter gemaakt dan vorig seizoen. Dat is knap. Ik ga het cliché ‘hongerig’ niet gebruiken, maar onder Pep speelt Bayern geweldig ‘Barcelona voetbal’, mét spelers die een mannetje uit kunnen spelen. Op dit moment is Bayern voor mij de best voetballende ploeg in Europa en ik zie ze dan ook als de favoriet voor het winnen van de Champions League. Gelukkig wint niet altijd de beste; ik zie Barça dan ook graag de Cup met de Grote Oren binnenhalen. Komende zomer maar eens investeren in 2 verdedigers en wat creativiteit aan de bal, want ook Xavi en Iniesta hebben niet het eeuwige leven. De natuurlijke opvolger van deze twee speelde een jaar of 15 bij Barcelona, maar Thiago is afgelopen zomer verkocht. Dat heeft Pep slim gedaan.

donderdag 30 januari 2014

Juninho Pernambucano

De man met de beste vrije trap ooit heeft vandaag, 30 januari 2014, op zijn 39e verjaardag, bekend gemaakt dat hij stopt met voetballen. Zijn carrière, die begon bij Sport Recife en Vasco da Gama in Brazilië, is er één om in te lijsten. Bij Olympique Lyon werd hij beroemd (én 7 keer kampioen) om zijn fantastische vrije trappen. Naderhand haalde hij nog wat geld op bij Al-Gharrafa, keerde hij terug bij Vasco, speelde hij nog even met Thierry Henry bij New York Red Bulls en sloot hij dus vandaag af in dienst van zijn grote liefde Vasco da Gama.
 
De manier van schieten die Cristiano Ronaldo en Gareth Bale nu gebruiken bij Real Madrid, en waarbij zij 1 op de 10 ballen tussen de palen krijgen, hebben zij afgekeken van Juninho. De zwabberbal was het handelsmerk van deze man. Van de 100 doelpunten die hij maakte in dienst van Lyon, waren er maar liefst 44 een directe vrije trap. Er is geen specialist die zich kan meten met de cijfers die Junins kan overleggen. Mijn persoonlijke fascinatie voor deze man komt voort uit de tijd dat Lyon zich steeds vaker meldde in de Champions League. Niet alleen zijn vrije trappen konden mij bekoren, ook zijn speelstijl. Spelverdelers die zo weinig mogelijk lopen, a la Riquelme, daar kan ik enorm van genieten. De uitspraak 'een speler waarvoor je naar het stadion komt', die vaak door supporters gebezigd wordt, maar waar zij helemaal niet achter staan, is op dit soort spelers wat mij betreft wel van toepassing. Waar zogenaamde fans de spelers van hun team vooral zo hard mogelijk willen zien rennen, geniet ik vooral van creativiteit en slimmigheid in spelers. Minder lopen en toch goed zijn is namelijk veel moeilijker en knapper dan veel rennen en daardoor goed zijn.
 
Vanavond op de training van mijn club zal ik een stille ode brengen aan Juninho. Ik zal weinig rennen, veel passen, en tijdens het afwerken zal ik na elk doelpunt zijn naam schreeuwen.
 
Wacht even, wat is er dan anders dan normaal?